2012-02-2: Op de natuurijsbaan

Geplaatst op: 14-02-2012

Wat een vrolijk aantal mensen de afgelopen winterweek.

Er kon eindelijk weer volop geschaatst worden op natuurijs en wie wil dat nou niet!

 

Zo ook bij ijsclub “Het Eendennest” in Sprang-Capelle.

Met man en macht heeft het bestuur en vrijwilligers gewerkt aan het gereedmaken van de ijsbaan. Niemand durft ook maar te gissen hoeveel bezoekers er zullen komen, maar dat mag de voorpret niet drukken. Eenmaal gereed laat iedereen maar komen schuiven.

Pionnen staan op meerdere oversteekplaatsen voor baanwissel, opstapmatten liggen klaar, de muziek is aangesloten, in de eenvoudige keuken staat erwtensoep zachtjes te pruttelen en dé smaakvolste chocomel is te ruiken. Wat een gemoedelijke sfeer.

Buiten staat een friteswagen. Alles lijkt helemaal onder controle te zijn en klaar voor de start, maar………Hélemaal niet aan EHBO gedacht. Nog even snel zien te regelen dus.

 

Nu is het de beurt aan EHBO afdeling Sprang-Capelle om als een speer te werk te gaan om alle aanvragen ingevuld te krijgen. Sterk als ze is lukte dat bíjna helemaal, want elk openingsuur wordt gerekend op bezetting. Spoed dus. Voor de verdere week wordt noest gebeld naar menig EH-er, gebeld en nog maar weer eens gebeld. Petje af voor onze coördinator!

 

Aan mij de eer om de allerlaatste middag getuige te zijn van het festijn. Tegen de kou kan ik me kleden en ik kan zo nodig binnen gaan zitten. Zolang mijn hulp niet ingeroepen wordt kan ik zelfs wat lezen. Aan consumpties geen gebrek. Ik kan koffie nemen, dé chocomel proeven en heb ik liever een snack, dan krijg ik een muntje en loop daarmee naar de wagen. Lezen lukt me niet en ik voel dat ik onder de mensen moet zijn. Ik wil zien wat iedereen doet en bezighoudt. Ik loop dus al snel, goed aangekleed en duidelijk zichtbaar als Eerste Hulpverlener, het ijs op. Héérlijk om het gebeuren te aanschouwen. Drie jonge kinderen in de leeftijd van acht tot veertien jaar lijken een wedstrijd te rijden. Ze hebben beslist al veel wedstrijden op tv gevolgd. In universele, bijna professioneel gesponsorde schaatskleding gaan ze de strijd aan. Zelfs het per baan wisselen, elkaar volgen, hun lichaamshouding, het is een lust voor het oog. Anderen trekken kleintjes in de slee vooruit. Weer anderen wagen zich niet op de scherpe messen en lopen op het ijs heen en weer te wandelen en vooral te praten. Een feest voor iedereen.

Voor mij is het afwachten tot er iets gebeurt. Liever niet natuurlijk, je gunt niemand een breuk of schaatsverwonding als spelbreker.

En dan, een half uur voor het einde van de schaatsmiddag wordt mijn hulp toch nog nodig. “Ongelukkig gevallen op mijn pols. Denkt u dat het zes weken gips wordt? Ik kan zeker ook geen auto meer rijden?” Onthutst kijkt mevrouw mij aan. “En nu”, vraagt ze, “Ik voel helemaal geen pijn”. Tegen de tijd dat ik bevestigend knik van 'Ja,dit is een behoorlijke polsbreuk' en haar vervolgens uitleg waar de dichtbijgelegen eerste hulppost te vinden is, zegt ze: “Ik begin te bibberen en mijn vingers beginnen ook te tintelen”. Tja, de eerste adrenalineshot door de val en schrik is zowat uitgewerkt en dus komt nu de  pijngewaarwording. Ze houdt zich kranig en zegt vriendelijk gedag. Ik wens haar veel beterschap en laat bewust achterwege om te zeggen dat het in haar geval waarschijnlijk niet bij zes weken zal blijven….

Wilma