2016-05, Omgaan met Privacy
Geplaatst op: 29-06-2016
Omgaan met privacy binnen de Eerste Hulpverlening
In de ‘Wet- en regelgeving voor de Eerste Hulpverlener’ staat de verplichting van hulp bieden aan hulpbehoevenden die mogelijk in (levens)gevaar verkeren en wat het wetboek van strafrecht hierover heeft te vertellen. Naast de verplichting, die iedere Eerste Hulpverlener en eigenlijk iedere Nederlander heeft om te helpen waar dat nodig is, stopt daar de wet en regelgeving niet. Hieronder beschrijf ik de kanten van PRIVACY binnen de Eerste Hulpverlening en een ieder die een ander helpt wanneer dit nodig is.
Privacy is voor een ieder erg belangrijk. Dat erkent eigenlijk iedereen wel. Een ieder heeft wel zaken die hij of zij graag voor zichzelf wenst te houden. Echter, hoe zit het met de privacy die iemand moet bieden die Eerste Hulp verleend? Gelden daar dan aparte regels voor? In indirecte zin wel. Je hebt een aantal varianten met betrekking tot het bieden van privacy als Eerste Hulpverlener zijnde. Vergeet niet dat privacy een grondrecht is. In de Nederlandse Grondwet staat:
- Ieder heeft, behoudens bij of krachtens de wet te stellen beperkingen, recht op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer.
- De wet stelt regels ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer in verband met het vastleggen en verstrekken van persoonsgegevens.
- De wet stelt regels inzake de aanspraken van personen op kennisneming van over hen vastgelegde gegevens en van het gebruik dat daarvan wordt gemaakt, alsmede op verbetering van zodanige gegevens.
De varianten
1 Een Eerste Hulpverlener, die in het dagelijks beroep geen arts of verpleegkundige is, heeft ook te maken met een vertrouwensrelatie met een slachtoffer. Ook al gaat deze vertrouwensrelatie wellicht niet zo ver als een arts of verpleegkundige dat heeft, een slachtoffer deelt toch, waar dat van toepassing is, persoonlijke en medische informatie. Deze moet een Eerste Hulpverlener voor zichzelf houden en mag deze alleen delen met toestemming van het slachtoffer richting een collega Eerste Hulpverlener of de professionele hulpverleners. Uitzonderingen daar enigszins daargelaten. Wanneer een slachtoffer (mogelijk) in levensgevaar verkeert zal er altijd naar de meldkamer en professionele hulpverlening het geconstateerde moeten worden medegedeeld. Een Eerste Hulpverlener mag dit niet later in een combinatie van foto’s, naam, voorgeschiedenis en situatierapportage plaatsen op social media, vertellen aan journalisten, etc. Ter bescherming van een slachtoffer mag je ook niet gedeeltelijke informatie delen. Ten eerste gaat dat niemand wat aan en ten tweede ben je op het moment van hulpverlenen én daarna verplicht de privacy van het slachtoffer te waarborgen. Hier zit geen verjaringstermijn aan vast! Plaats je op social media dat je een reanimatie hebt uitgevoerd en dat het slachtoffer met hartslag de ambulance ingeschoven is, kan dat best. Vermeldt echter niet veel meer details. Een bericht op social media als: ‘Heb Pietje van de groenteboer op de hoek gereanimeerd. Was heftig man. Hij liet alles lopen en kwam daarna weer tot leven en zei dat hij zo blij was dat hij er weer was. Heftig man.‘ mag dus niet. Helaas komt dat wel voor.
2 De tweede variant is dat je tijdens het verlenen van Eerste Hulp tracht te zorgen voor privacy. Ofwel beschutting. Zeker als je als Eerste Hulpverlener namens een EHBO organisatie bij een evenement actief ben. Als je een slachtoffer moet behandelen omdat deze is gevallen en heeft een kapotte broek en er is zichtbaar (licht) bloedverlies kun je trachten de broekspijp omhoog te schuiven, maar wanneer dat niet mogelijk is, kan het slachtoffer in overleg met de hulpverlener er voor kiezen de broek even te laten zakken. Even een ‘kleine’ tip tussendoor: Zorg dat je in het laatste geval altijd met een tweede hulpverlener bij het slachtoffer ben. Wanneer het slachtoffer met één of meerdere mensen is, biedt ook direct aan dat er iemand mee komt met het slachtoffer. Dat biedt transparantie en kan een veilig gevoel geven voor het slachtoffer. Wanneer het slachtoffer alleen is, biedt aan of er wellicht iemand van de beveiliging in de buurt blijft. Je garandeert privacy, maar bent verplicht ook een veilige situatie te creëren. Voor het slachtoffer, maar ook voor jezelf.
3 Een derde variant is dat je geen persoonsgegevens noteert van een slachtoffer mits dat in het belang is van opschaling naar de professionele hulpverlening en draag bij overdracht naar de professionals deze gegevens dan ook over. Bewaar ze niet.
De wetgeving
Staat het e.e.a. in de wet aangaande de privacy die je dient te bieden? Jazeker. Privacy is een grondrecht. Daarnaast heb je de wet bescherming persoonsgegevens en in het wetboek van Strafrecht in art. 272 S staat dat de straf op het schenden van privacy een gevangenisstraf is van maximaal één jaar of een geldboete van de vierde categorie. Deze geldboete is € 20.250,00. Daar privacy een grondrechtelijk iets is, is de straf ook relatief hoog. Wees dus alert met hetgeen wat je als Eerste Hulpverlener te horen en te zien krijgt en bescherm de privacy van het slachtoffer. Een gedegen EHBO organisatie draagt zorg voor een (vrijwilligers)overeenkomst waarin een geheimhoudingsclausule is opgenomen of dat er wordt verwezen naar een gedragscode waarin staat vermeldt hoe de hulpverlener zich dient te gedragen.
Daar het schenden van privacy als een misdrijf wordt gezien, zal bij vervolging door het Openbaar Ministerie een HBO Jurist je niet kunnen bijstaan. Het is dan verplicht om je te laten bijstaan door een strafrechtadvocaat.
Met privacy dienst zorgvuldig om gegaan te worden en met regelmaat aan de orde te stellen binnen alle belanghebbende partijen van de eerste hulpverlening.
Gepubliceerd 20 oktober 2015 door De HBO Jurist